Vlaamsche Arbeid. Jaargang 13(1923)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 439] [p. 439] Herfst REEDS valt de eikel op den grond en ziet de lijsterbezie rood. Het jaar is als een zieke vrouw die schooner wordt al naar 't verscheiden nadert. Alles verkleurt: de eiken zien rood, de berken zien geel, voor populieren is 't een nieuwe lente. Aan alle kanten wordt er vuurwerk afgestoken, - bouquetten van licht voor een luttele stonde; - het einde is nabij, het stervensuur. Een enkele vogel op een buigend takje met rood op zijn borstje als van een kwetsuur. Ter schuur, in omdoezeld gehucht, is dof de slag van den vlegel: het graan wordt geslagen. Maar elke ochtend blijft een wonder: de Lieve Vrouw ging rond en spon haar witte garen van struik tot struik, van blad tot blad, tot een geweef van fijn muziek. Over heel de aarde zinderen snaren. [pagina 440] [p. 440] Uit smoor van weiland nadert een ridder, in harnas van zilver, met open vizier en blauwe oogen, op zoek naar de verre Graal-kapel. Hij treedt met aarzelenden voet, want 't werk van elke nijvere spin is 'n stralende roos van parels. Gent, October 1923. Jan van Holder. Vorige Volgende