Aanteekening
Christiaan de Wet.
- In het Maartnummer van Gudrun, het tweemaandelijksch tijdschrift voor de christene vlaamsche vrouwen, liet Cyr. Verschaeve een belangrijk artiekel verschijnen over Christiaan de Wet. Schrijver vindt er gelegenheid om de Vlaamsche toestanden aan de Zuid-Afrikaansche eens te toetsen. Bij de Wet's rede van Vrijdag avond 16 Mei 1902 merkt hij aan: ‘De romeinsche senaat die zooveel mannelijke welsprekendheid hoorde, - laten we de Conventies en andere Parlementen waar advocaten snappen en patriotten wauwelen rustig ter zijde liggen - heeft nooit iets gehoord dat deze rede overtreft of evenaart’.
‘Als wij ons overgeven, zoo eindigde die rede, kunnen we op weinig genade van Engeland rekenen. Wij zullen in allen gevalle, het graf van onze onafhankelijkheid gedolven hebben. Welnu, wat is het onderscheid: werkelijk tot ons graf te gaan of het graf voor ons volksbestaan te delven?’
‘Dit zijn woorden die geen woorden meer zijn’, zegt Verschaeve, alles wat er woord in is viel weg, niets dan de daad, dan heldendaad zijn ze. Ik ken geen hooger triomf van 't woord dan zijn woord-dood. Welaan: leest die machtige bladzijden in den strijd tusschen Boer en Brit en vergelijkt ze met onze Vlaamsche woord-zegepralen... Lafheid, uw naam is woord.
Wat Verschaeve verder zegt over de Wet's maten uit den grooten oorlog, Botha, Smuts... is ook op vele Vlaamsche leiders toepasselijk. ‘Zij werden hoe langer hoe meer enkel politieke berekenaars, compromissemannen op 't stuk van den omvang van Zuid-Afrika's zelfbestuur, afleggers van ongevraagde bezweringen, van hun trouw, van hunne verkleefdheid aan Engeland, kortom, bereddenaars van een anglo-boerschen poespas en zeer verstandig lijkende en zeer toegejuichte redenen... Daar tegen verklaarde de Wet als zijn politiek: wij zijn een natie; 't natierecht gaat nooit verloren; dit staat men nooit af, kan men niet afstaan noch door onderwerping noch door vermenging. Hij wandelt op zijn gemak het Parlement uit en roept op den drempel zijn beroemd “Adieu!” Hij is nooit weer verschenen’.
De volgende regels naar aanleiding van de Wet's veroordeeling en gevangzitting zijn ook voor Vlaanderen geschreven: ‘'t Graf en 't Gevang is 't gewoon einde der vrijheidshelden, ministerzetels, enz. 't gewoon einde der... laten we zeggen, der anderen. De politieke