Aanteekening
Politieke vrijheid.
- Vóór enkele maanden werd door Th. van der Schelden in een weekblad druk geageerd voor een rangorde der liefde, die de Vlaamschgezindheid steeds ondergeschikt maakt aan de Katholieke prioriteit. Aansluiting bij de katholieke unie wordt voor Katholieke flaminganten plicht geacht op den grond, dat alleen deze groepeering de verdediging van de godsdienstige belangen op haar program heeft staan. Al wordt er tevens de nationalistische gedachte uitgesloten, toch hebben Katholieken geen keus, als het op stemmen aankomt, tusschen een neutrale partij die in Vlaamsch opzicht waarborg geeft, en de katholieke, die anti-nationalistisch is. (Natuurlijk alleen als dat nationalisme Vlaamsch is!) Het is hier de plaats niet om de zonderlinge redeneering van Th. van der Schelden aan de Katholieke feiten te toetsen. Schrijver vroeg op welk gezag de Katholieke Unie de Vlaamsche zelfstandigheid verkettert. Wij zouden kunnen vragen op welk gezag de Katholieke Unie zich het monopolium van de Katholiciteit toe-eigent! In het Hollandsch weekblad de ‘Nieuwe Eeuw’ werd zeer interessant gedebatteerd over de stembusvrijheid van den Katholieken staatsburger. Dit naar aanleiding van de scheuring in de Katholieke staatspartij, die door afwijkende inzichten op het gebied der sociaal-ekonomische wetgeving veroorzaakt werd. Dr. Wagenaar had in ‘De Tijd’ beweerd dat de vrijheid door Leo XIII, o.m. toegekend aan de Katholieke staatsburgers, enkel geldt voor een idealen staat die zijn recht nooit te buiten gaat, maar dat in den modernen staat, die aanspraak maakt op volkomen souvereiniteit, de religieuse belangen steeds in gevaar zijn. En zelfs in de veronderstelling dat er op dit oogenblik geen gevaar dreigt, zou het nog niet toegelaten zijn de geconstitueerde katholieke partij te verlaten, omdat er elk oogenblik onraad te verwachten is, en men een noodzakelijk wapen niet mag weggooien. Met veel recht werd door den kroniekschrijver van de
‘Nieuwe Eeuw’ daar tegen aangevoerd dat praktisch de heele politieke vrijheid daarmede opgevouwen is. Als men enkel over de problematische middelen beschikt, die een direkte aktie op de kiesvereenigingen bij het kandidaat-stellen toelaat, is er praktisch geen mogelijkheid een afwijkende opinie in ekonomische aangelegenheden door te zetten. In deze acht hij een ingrijpen der Geestelijke overheid ongewettigd en ook gevaarlijk. Hij citeert het voorbeeld van Frankrijk en Tcheco-Slowakije.
Hij had evengoed op de Vlaamsche toestanden kunnen wijzen. Het conflikt tusschen de Franschgezinde geestelijke overheid en de Vlaamschgezinde geloovigen met den lageren clerus aan het hoofd, is nooit tot een buigen of barsten gekomen. Alleen hierom omdat de Vlaamsche insubordinatie zuiver innerlijk en politiek bleef, en de machthebbers met strijdmiddelen werkten waartegen niet gediskuteerd kon worden: verplaatsingen, etc. In elk geval heeft het Katho-