Vlaamsche Arbeid. Jaargang 12(1922)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Het Blij Verbond OMDAT ik mijn kneukels aan bloed sloeg van nacht op den rand van mijn bed, vechtend lijk Jacob met den engel met mijn jong zot vleesch, heeft als een volle bloemtuil van kleine vreugden Gods glimlach me van morgen opgewacht en zingt blijdschap - zotte vogel in mijn hart - zijn fijne keel heesch. Omdat ik riep Zijns Moeders naam als een bang kind aldoor, aldoor, dat haar reinheid bescherme mijn kracht, heeft de rust op trippelvoetjes een lieve brief onder mijn deurpost geschoven bij nacht. Zoo maakt God de dagen tot een blij verbond zoo schoon, en de nachten zijn als een jong paard, wild sterk. Ik loof Hem bij dag met daad en werk en roep in den nacht om steun in strijd. Hij, mijn rustig Labarum, mijn wapprende vlag: Gods hand is in mijn handen altijd. Posthumus. Vorige Volgende