St. Joannes Chrysostomus: Over het Priesterschap, vertaald door Frans Vermuyten, pr.
- Standaard Bibliotheek. 1922. - Dit is geen philologenwerk. Met lenige taalvaardigheid en eerbiedige aandacht heeft priester Vermuyten de woorden van den Guldenmond weergegeven. Het zwaarwichtig arsenaal der voetnotas blijft achterwege. Enkel een gelijkvloeiende lezing heeft hij bedoeld en daarin is hij m.i. volledig gelukt.
Veel uit dit werkje dat in zes boeken de taak en de roeping van den priester omschrijft, doet anachronistisch aan. Bisschoppen, die zich door dames de wet laten spellen in gewichtige geestelijke zaken, zullen wel een merkwaardigheid zijn ten onzen dage. (Blz. 63). Maar de leiding en de strenge tucht, die uit de raadgevingen van den H. Chrysostomus spreekt, houdt zijn waarde. Wonderlijk diep en sterk is zijn verhandeling over het prediken (boek V, pl. 113 v.). Daar in onzen beroerden tijd de gulden regel wel eens uit het oog verloren wordt, staat zijn belijdenis zóó vast:
‘Degene, die de taak der prediking op zich neemt, lette dus niet op de lofbetuigingen van anderen, of verlieze den moed niet, zoo die ontbreken; hij trachte door zijn woord aan God te behagen, dat is de maatstaf, dat is het doel van zijn werk (Blz. 121).’
Nog dieper dringt hij door in de uiteenzetting van het priesterschap, waar hij de vergelijking maakt tusschen de taak van den priester en die van den monnik. En dit alles in een bloemrijke warme taal, waarvan menigmaal een groote ontroering uitgaat. Hoe schoon is b.v. de klacht van Chrysostomus' moeder over den weduwstaat (blz. 11). Het doet onwillekeurig denken aan een kristene Andromache.
Z.E.H. Kan. de Jonge schreef een aanmoedigende inleiding voor dit boekje.
J.A.G.