Vlaamsche Arbeid. Jaargang 11

Liefde's Boodschap

Een prille page kwam in zwart fluweel;
hij neeg aandachtiglijk en zei zijn deel.
Even daarna rees weer het rood gordijn
voor wat een tooverspel van vreugd zou zijn.

Hij was een prins in plechtig-wijd samaar,
Onder een eglantier zoo stond hij daar.
Hij zei zijn woorden langzaam en zeer zacht.
Men voelde 't naderen van een langen nacht.

Maar niemand trad onder den bloemenboom
en toen hij zweeg was alles als een droom.

Na het aplaus zijn de lui weer heengegaan
en zagen prins en page toen te buigen staan.

Karel Verland.