Die neue Malerei in Holland, door Friedrich Markus Hübner. Van Loghum Slaterus, Arnhem, 1921.
- Een Baedeker. Als zoveel eklektici is het Hübner te doen om een inwijding. Hij behoort tot deze ergerlike kategorie van lui, die overal begrijpen willen. Ook is een kunstwerk onvoorwaardelik ‘modern’ als het op de markt komt onder motto: ‘Weg van de natuur!’ Zeer leuk, want het brengt koddig misverstand. Als hogere strijdroep voor generaalkenmerk van alle contemporaine kunst doorgaat, staan we voor eene angstige speelruimte, die, mits individueele fantaisie, makkelik is te vullen en net daarom gevaar oplevert. Immers op dit plan wordt bijv. Toorop tweelingsbroer van V. Doesburg, alhoewel ze aan pikturale tegenzijden stand nemen. Toorop, die in allegorie nog een stijlmiddel ontdekt (laattijdig) heeft geen enkele gestaltingswaarde van contemporaine herkomst bijderhand. Wat hij levert is symboliese pastiche, dit spijts betweters die hem tot grootmeester van het kristelik ekspressionism uitriepen. Als we de geesteshouding van Toorop ten overstaan der hedendaagse stromingen willen bepalen, leveren de Preraphalieten (sensualism en estheterij daargelaten) een treffende paraleel. Werkwijzen zijn analoog wat geen veelvormigheid van impulsen uitsluit, waarnaar deze werkwijzen aanwendbaar zijn. Hier zoals daar bemiddeling der idée door een symbolies, d.i. dekoratief medium. Dat Toorops heiligen nou konkave wangen hebben? Bewijs voor ekspressionism? Net zo goed komt dan le Fauconnier die eer toe. Vas y, mon p'tit!
Ik had van Hübner schiftingswerk verwacht. Het kaf lezen uit het koren om in de wan der dode dingen te smijten. Hübner is eilaas te reseptief. Alles wordt over dezelfde kam geschoren. Hübner wil op de hoogte zijn. Een tikje modieus. De bedoelingen van alle schilders krijgen een welwillend kommentaar. Ook hun kunsthistoriese rang wordt benaderd, en hij maakt zich een eko van hun inzichten. Enkel dilletanti (hoed af voor het veelzijdig assimilatievermogen!) zullen aan zijn werk wat hebben. Het staat evenwel graden hoger dan een tract Selection. Heeft daarvan niet het misselike reklaamkarakter noch het zeer lofwaardig volharden in de dwaling, waarvoor we deze esthetiese avonturiers dankzeggen; want ze helpen ons doel preciséren.
Hübner rubriceert en rangschikt ontwikkelingstheoreties, vermijdt stelselmatig alle stellingname. Dit is een goed preservatief om er nooit naast te slaan. Overzichtelik zijn, buiten eigen oordeel om. Zijn randnotas missen merg. Totaal gebrek aan waarde-oordeel. Hij toetst de hele bent aan de maatstaf: ontvankelikheid. Wie opslorpt moet verwerken. Het slotwoord met konkluzies is schuchter. Het had in de verhandeling de grootste ruimte moeten beslaan, net zoals de voetnotas bij schilders dienden ingekrompen.
Over de stand der hollandse ‘ultra's’ besluiten wij dat hij in het kaotiese verkeert en een kroes blijft met diverse onversmolten invloeden, waarbij op het eerste plan het duo Cézanne-Van Gogh, met hun onderscheid in tasten, hier naar monumentaliteit en ruimtewerkingen, daar naar kleurwaarden als equivalent voor een gevoels-moment, bij van Gogh de wereldschuwe tragiek van een desparado.
Hübner is een simptomen-apparaat voor tijdstromingen. Daarom in-verwant met onze landelike Sandwich-man uit Sélection. De Ridder belijdt naïef: Mijn vriend