In den geest en in het boek van Verkade heeft na vele jaren van Benedictijnsche zucht ‘l'idée de Dieu’ een streng kerkelijk uitzicht gekregen; maar in de gewilde kinderlijkheid van Denis' bijbelsche tafereelen is de oude ‘Nabi’ niet heelemaal dood. En Sérusier, na in het verkeer met zijn monnik-geworden leerling het geloof zijner jeugd te hebben hervonden, bleef onbevangen genoeg om in een geschriftje, dat hij l'A.B.C. de la Peinture noemde, de vage divagaties uit zijn ‘Nabi’-jaren te vermengen met de strenge theorie der archaiseerende Benedictijnen.
Ik ontmoette zijn niet altijd even heldere bespiegelingen in de Mei-aflevering van een klein maandschrift La douce France, - nu misschien alweer verdwenen - dat als frontespice het portret vertoonde 't welk Redon van Sérusier heeft gemaakt. De nabi a la barbe rutilante, zooals de vrienden hem noemden, is thans de zachte grijsaard van Redon's litho: de lange haren en de glinsterende baard werden bleek en ijl, de wangen wat opgeblazen, en heel het wezen kreeg iets van dat weeke, zoetelijk-blijmoedige als van een oud-geworden kind.
In zijn geliefd Bretagne, waar hij met Jan Verkade heeft geteekend, gedweept en rondgezworven, leeft hij thans teruggetrokken en gelukkig. 't Is daar dat hij de figuurstukken, de landschappen en de stillevens maakte, die de heer De Bois heeft meegebracht - werk, dat menig rasschilder van Holland en Vlaanderen te litterair zal vinden, maar dat nochtans de persoonlijkheid van den maker op fijne en natuurlijke wijze belicht.
Sérusier heeft in zijn jonge jaren een wetenschappelijke opvoeding genoten aan een dier aanzienlijke geestelijke colleges, waar deftige Fransche ouders hun zonen heenzenden. Hij was voor de studie bestemd, maar hield van de kunst, verzeilde in den handel en liefhebberde zoo wat tot hij in 1888 op een vacantie-uitstapje naar Pont-Aven den schilder-schrijver Emile Bernard ontmoette, die hem in kennis bracht met Gauguin.
Spoedig wordt hij diens leerling, en, esprit cultivé, raisonneur, a la fois logique et paradoxal, - zooals vriend Denis hem schetst, - komt hij geheel onder den invloed van den theoretiseerenden meester en van diens groot talent. Later, op zijn vele reizen, leert hij de Vlaamsche, de Duitsche en de Italiaansche Primitieven kennen. Gauguin is dan weg naar Taiti; maar de herinneringen aan den arbeid en de vele gesprekken in het atelier werken na en vermengen zich met de indrukken uit de musea.