Vlaamsche Arbeid. Jaargang 11(1921)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Treurzang CHILI! Perez kwam vandaar, Mijn ouwe, lieve Schoolkamaraad, En mijn onbekende vriend, Domingo Gomez Rojas, Stierf er met wat zon Op zijn gezicht! Hij stikte in stofbeladen folianten, Hij schreef zijn oogen vol Met namen op a en o Domingo Gomez Rojas! Zijn moeder gaf de vogels te eten, Zijn jonge broer reed op zijn knie... Hij zong het mooie leven En stikte in folianten! [pagina 209] [p. 209] Op de hoeken der straten Blonk zijn gezicht; Bij avonden dat stemmen Helder op klinken, Was hij in de achterbuurten, En joelde met de jongens, Sterkte de arbeiders, En deed moeders verlangen! ‘Domingo’ begroetten zij hem, ‘Waar is het licht?’ En zijn glimlach zei: In u en in mij, In de broederschap van allen! In ons goedheid! in ons deemoed! Domingo mikte op de harten Omdat, wijl hij 't leven peilde, Zijn liefde àl verwon, En, wijl hij schreef, Geen enklen broer vergat; Omdat, wijl hij sprak, Hij zijn hart op zijn lippen lei, Werd de gevangenis zijn tehuis En de stilte zijn gezel! O die deur der gevangenis Welke niet eens een naderenden stap verwacht! O die plek vóór 't raam, Duizendmaal bekeken en àl te onbekend! En de trage slag der eeuwigheid In uw hart! Plots viel een schot, En door zijn hart joeg Fabriek-gefluit En scherp gezang Van scharen die marcheeren Over de wereld! Zijn houding werd Het stoutste gebed! Zóó vonden ze hem in zijn cel, Beweegloos, in peis van beschouwing, De ruimte in zijn hart getast, En de aarde over zijn hoofd gerezen! O Domingo Gomez Rojas, Uit het land van Chili, Zinloos stierft gij met wat zon Op uw gezicht! Fernand Martijn. Vorige Volgende