Vlaamsche Arbeid. Jaargang 11(1921)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 181] [p. 181] Haven Haven: Smis van impulsen, reuzenaanbeeld voor Thor! O de magere masten, waren het bezems op sabbath. zo koddig steltenbal. Nonsens is de nietige klinkklank aan wal maar godsvrucht de sombere buikspraak van een elevator! Midden de versleten slenterstappen der matrozenslop - de waard streelt zijn ringbaard, dit is donkere tabak - heeft het leven tovertintelingen in een glas aquavit Maar dit is niet de tastbare realiteit der dingen Buiten de stemmingzaal waar een droef orkestrion liederen braart, meditatief, en een bootsman gekscheert met zijn aanhalerig lief: Hurrah! De wereld is één lenteland Stroomin op de steiger is samenloop De wereld rijst gelouterd uit de zonnedoop! God lei een lichtzoen op de havenmond Toen hebben wij het wezen van de stroom doorgrond: Niet dweersen van oever tot oever, lome wiegeling, zigzag door iriswaaiering en zonnerag, geen opvaart naar landdouweronding Klief kiel het volle zog ter afreis! Van de bron naar de monding! Ontzet als bij watersnood deinzen de dijken. Als de straten uit de stille stad doordropen zijn van avendrood staat stom van aanbidding het Loodswezen na te kijken. Feestfuseeën slaan alle bakens blind. Op neer over de baren gaat onze dans de weergalmen van hen die land hielden halen ons in vol feestelike resonans. April 1921. Viktor-J. Brunclair. Vorige Volgende