Vlaamsche Arbeid. Jaargang 11(1921)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De avond-ster Zooals op damp'gen avond-weg vér, het geel lantaarn-oog van een trage fiets, rijst de avond-ster. Het is iets zeer pijnlijks, want mijn God is ver. Hij wordt verlangd als iets ooit maar verlangd werd; Hij wordt fel verlangd. En reeds boven den rook der bosschen brandt de avond-ster; o, brandend mijn hart, geprangd, geprangd; zóó vochtig 't mos en mijn God zóó ver. Maar het wazig fresco der boomen, bijzonder stil onder de avond-ster: het blauwig bosch-gobelijn. Kan het zijn dat God nu móét komen? Het is iets zeer pijnlijks en de aarde is stil. Het is of mijn hart steeds nader wil. Karel van den Oever. Vorige Volgende