Vlaamsche Arbeid. Jaargang 11(1921)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Zang voor de plebeër Boven de eelt in uw handen o, broeder mijn gelijke over gierige grond gebogen boven de smartkramp aan uw mond, wonder der dubbelster groot staan uw ogen. In blauw diepten zo naïef zweven eeuwige hemelen samen. Simpel zij de handeling, piëteit is het warme woord tot alle godskinderen te zeggen, mildheid aller ogen, opaalglans mededeelzaam over de omgeving leggen dit heldert de verste trans kompleet, doet vreugdegeisers opborrelen uit lome meren van leed. Zo zullen, door nevelen mat en atoon, schepping uit het diepst van onszelve, lichtsferen vol gelukzaligheid ons omwelven. Dan straalt de wereld als uit een toverlantaarn zo schoon. 19 Maart 1920. Victor J. Brunclair. Vorige Volgende