Vlaamsche Arbeid. Jaargang 9(1914)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 215] [p. 215] Zomermorgen 't Vee heft den kop bij 't hooren van 't getoet uit 's herders horen, klinkend door de dalen, zittend in schaûw, vermoeid van 't ommedwalen rust uit de knaap, dáár aan der bergen voet. Het grazig, bloemig veld biedt overvloed, een vlietend beekje praat en doet verhalen en leuter-zingt maar voort en zonnestralen verwarmen mensch en dieren fel het bloed. Ik lig nu stil in eigen mijmerij en staar, verheugd, naar zomerwoud en luchten, sluit de oogen dan en leef in gouden droom. Daar zwijgt het horenlied, ik hoor geruchten van water, en van wind door boom aan boom, zie weer de zon, de bergen, de vallei. Joannes Reddingius Vorige Volgende