In Memoriam
Wend thans uw aangezicht van mij,
Want ik ben droef, al zijt ge blij,
Verlangen, dat van iedren dag het versche brood
Me zijt, thans smaakt ze zuur de brok die ge me boodt,
Om hem, die heenging met den glimmelach der jeugd
Op zijn gelaat, dat schoon als rozen was, van vreugd
Om wat eens komen zou... o zonn'ge levensdroom,
Hoe zie ik thans de druil'ge luchten laag en loom,
Ontbladerd rillen boomen, en van regen nat,
Is waar we weenend treden, 't enge kerkhofpad...
...En toen uw kist ten killen kuil verzonk en stroef
't Gekrijsch der koorden schraafde, rees eentonig-droef
Van ongezienen vogel, lang, een doffe klacht...
O zing thans voort boven zijn graf.. Zing zoet en zacht,
Heen zijn de menschen waar hen weerom 't leven lokt,
En eenzaam wordt het kerkhof waar uw weemoed nokt..
Zing zoet en zacht, door elk getij, van jaar tot jaar,
Bij avonddonkren en alweêr ten morgen klaar,
Uw klacht om al wat hij zoozeer heeft lief gehad
In 't leven, dat hem leek een grootsche schoonheidsschat..
't Vergeten hebbe ten arduin zijn naam gewischt,
't Veeljarig veil zijn grafsteê tallenkant omklist,
Al zijgt om hem geen zucht meer, spreekt van hem geen woord,
Zing door de wijdsche maneblanke nachten voort
Uw doffe klacht om dezen schoonen levensdroom,
Die slonk als voor de zon, d'opalen uchtenddoom...
Joris Eeckhout
|
|