Vlaamsche Arbeid. Jaargang 9(1914)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 149] [p. 149] o Wachters in den nacht! Mij vonden de wachters, die rondgaan door de stad: zaagt gij mijn zielsbeminde? Hoogl. III 3. O wachters in den nacht! En hebt gij niet gevonden, Die mijne ziel gebonden Houdt in zijn liefdemacht Met zijë-zachte banden? Hij is als 't morgenrood. In wezen zeer bevallig, Zijn schoonheên zijn voltallig, En sterker dan de dood Is zijne vuurge minne! Diep werd mijn hart gewond Door die bekoorlijkheden... Zijn lach was mij een Eden, De geur van zijnen mond Mij zoet als applenbloesem! 'k Wil in zijne oogen zien En in mijns harten ooren Zijn zachte stemme hooren En zoo mij trooste biên Voor zooveel droeve dagen! O wachters trouw en goed! Ei! Zegt mij toch waarheene Mijn Bruidegom alleene Gegaan is zonder groet?... Want ik ben krank van liefde!! Breda P. Fidelis o.c. Vorige Volgende