Vlaamsche Arbeid. Jaargang 8(1913)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 427] [p. 427] De Profundis Ik ben niet heilig, Heer! Met de profundis-lippen uit diepe ziel geweld laat ik dien zucht ontglippen. Wie toch kan heilig zijn? Oh moeilijke stiel te moeten wroeten in de diepten eener ziel. Geen enkelen perel schier kan duikelend ik ontdekken. Wat vindt uw oog er in dan pek en teer en vlekken? Ik ben gelijk die stroom, van wien ik lezend vond, dat zijne bronne brokken pek naar boven zond. Hoe kan ik, Zuivere God, in perels pek verkeeren? Wie zal mij, dompelaar, dit wonder kunnen leeren? Oh, Gij die machtig zijt en goedertieren, zult mij zoo niet laten met onedelheid vervuld. Laat uit mijn ziele, fonkelende bovenbronnen, perels uit Jesus bloed, en mijne boet geronnen. Vermorzeld hef ik, Heer, mijn rouwvol smeekend hoofd naar U, die redding aan uw Israël belooft. Allerzielen 1913 Jan Hammenecker Vorige Volgende