Vlaamsche Arbeid. Jaargang 8(1913)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 380] [p. 380] Zie, ik sta aan de deur en klop Apoc III 20. 'k Sta aan uw deur en klop... Ach! lieve richt u op En doe mij open! 'k Heb reeds een langen nacht Eenzaam en droef gewacht... 'k Was moe geloopen... Een snoer van paarlen als Een sieraad voor uw hals Zal ik u koopen; Van edelsteenen schoon Een koninginnekroon... O, doe mij open! Mijn voeten en mijn zij, Mijn handen allebei, Verwond door boozen; En in den uchtendglans Straalt om mijn hoofd een krans Van roode rozen. De marmren dorpelsteen Is van mijn lang geween Om u bedropen... Zóó sta ik voor uw deur Mijn zielsvriendin! en treur En snik: doe open! Breda P. Fidelis, Kapucijn. Vorige Volgende