Vlaamsche Arbeid. Jaargang 8(1913)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Vers Mijn blanke duive, wiek nu zacht over de landen in den nacht; kom, langs mijn venstertje zoo klein, stil in mijn stemmig kamerlijn... Mijn blanke duive, 'k luister lang of 'k niet het zachte ruisch-gezang van kleine vlerkjes hoor, die zacht naar mij heen-wieken in den nacht. Mijn blanke duive, 'k ture wijd of je uit die donkre oneindigheid, niet wuivend aan-wiegt op den wind naar je verlaten, treurig kind. Lente 1913. Jos. Maville Vorige Volgende