Vlaamsche Arbeid. Jaargang 8(1913)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 273] [p. 273] Aan Hugo Verriest Als ge aan 't hoog venster staat, en aan uw voeten Komt heel de kleurge stoet u langs getreden, Juublend te saam gestroomd uit Vlaandrens steden, Te biede' u hulde en heil, en 't komt u groeten Al wat uw land aan edels mag herbergen: Kunstnaars en overliên, 's lands harte' en monden, En al waarin uw woorden weêrklank vonden, Al wat geweld tot wederstand kon tergen, En 't roemt u Meester, en het voelt zich eer, Te zijn uw jongere naar uw begeer, Hoe zult gij triomfeeren bij 't aanschouwen! Hoe zal een vloed van vreugde zijn uw ziel, Die dringt ten ooge uit, en het hart doet flauwen, De hand naar steun doet taste 'eer 't lichaam viel! Want groeien zal tot vreugdge zekerheid, Wat eens in droomen nauw uw denken duldde: Uw woord gevlamd tot ideaal uws volks! Wat eens tot weenens toe uw ziel vervulde, Wat ge uit moest schreeuwe'in woede groot door 't land: Dat uw trotstaal'ge stam ten allen kant Lag in ontaarding en verachting neer, Blijkt thans het eind nabij, nu gansch een heer, Te wapen stormde en zich ten vrijheid vocht. [pagina 274] [p. 274] Zie dan vol vreugd op d'afgelegden tocht, Vóór gij op 's levens somber einde stuit, Nu duizenden met trots u hier verklaarden: ‘Zoo Vlaandre' ontwaakte, en in haar schoone gaarde Alom vol leefte een nieuwe bloei ontspruit, Het is ùw woord dat kiemde in onze zielen, Uw liefde die tot geestdrift vlamde ons kou; En moest de tijd nog eens ons land vernielen, Weet, dat uw naam op nieuw ons wekken zou.’ En weet dat uit den hemel heel het heer Der helden die in ver-vergane tijden Uw land, door druk, tot hooge bloeite leidden, Zien met verrukking op ons hulde nêer. En onder hen, het hoofd van goud omgloord, Biddend om zeegning op uw grootsche streven, Hij die u zending gaf, hij wien het woord Verstomde in d' eersten opgang van het leven: Uw Meester en uw Leerling knielen neer. Rotterdam Theo Weiman Vorige Volgende