Vlaamsche Arbeid. Jaargang 8(1913)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] Februariliedjes De gouden dag staat om mij heen, De huizen geevlen langs de lucht; Langs 't koele blauw: de klare steen. Het winterland in zon'ge stilt. Eindeloos wijd, wijd om mij heen. Een koeltje langs mijn handen rilt. De stad ligt in den klaren dag. De lucht is lauw, is koestrend mild, En op de boomen 't bruine rag. Door lange straten huize'-in-schaûw, (Heil mij die 't zag! heil mij die 't zag!) Beneên het hooge, reine blauw: Het tintel-klare ver-gezicht: Een zon-beschenen huizenbouw: Een wonder van Gods heilig licht. o Zon! schijn àl mijn leed tot licht! Wijkt in het tintel-klaar verschiet Een nieuwe lente, een nieuw geluk? 1911 Theo Weiman Vorige Volgende