Vlaamsche Arbeid. Jaargang 8(1913)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 138] [p. 138] Avondverwording Traag trilt de zon door grijze najaarslucht En draalt te dooven in de avondzee; In 't stille water rust een kleuren vrêe, Die dra voor verre schaduw wijkt en vlucht. En van de groote stad een flauw gerucht, Heur silhouet vervaalt in schimmenzee, Dan lichtjes flimmen uit de schemerstee, En 't lijkt 'n eenzaam, 'n verstrooid gehucht. Een grijze dauw behuift het vage land, De wolken flarden aan der kimmen rand, Blauwgrijze somberingen, flets en mat... Door 't duister hijgt de donk're somb're stad, Het floers verdikt tot draperiën wand... De avond drukt, met tragisch vreemde hand. H.A.J. Mulder Vorige Volgende