Vlaamsche Arbeid. Jaargang 8

[p. 75]

Op Goeden Vrijdag

Jesu Crucifixo

O Gij! die liefdewijd uw wachtende armen strekt
waarop nog 't vlammen van hel-roode wonden vlekt
en weenend naar de onzeekre mistenverten staart
of uw doodbloedende oog geen liefdelicht ontwaart..

Ik voel zòò diep in mij uw oogen liefdeturen..
Zòò diep in mij uw heevge wondenvlammen vuren...
Ik zie zòò wijd naar mij gestrekt uw bloedende armen
in 't godlijk-grootsch gebaar van eindeloos erbarmen..

En mogen wij, néérwanklend onder zondenvracht
- waaruit nog zwarte ondankbaarheid hoon-schaterlacht -
uw Liefdekruis benaedrend rusten aan het Harte
dat onzer zonden waan zoo heiligschennend tartte?...

Want ach! waar 't streelen van ons schuld-ontslagen hart
zijn troost moest balsmen op uw eindloos-droeve smart,
hebben ook wij het lijden van uw zielewonden
verfijnd met schrijnend-bittren gal van vele zonden..

... Mag zòò uw schuldig kind den Liefdegrond betreden
- waar nog de lijdensvlammen branden uwer schreden -
en met den balsem van zijn geurend-stille boete
den bittren gal van vroegre ondankbaarheid verzoeten?..

Paul Van Alderman