als het paard, dat door kleigrond den ploeg trekt. De snuiving van dravende hengsten en bronstig rukkende bullen zal zijn in mijn schepsel.
Alles klaar en te vatten voor menschen, klaar als een opene dag, die stralend licht over Holland, over polders, die zilver en groen schitterend lach-lichten, als een heldere zonnedag, die zijn licht leit op bouwland en heide, op plasjes en vlietjes en zee.
Hoort, als een galm, een groote ver-echode galm langs de kusten zal gaan de stem van mijn schepsel, vullend met klaar geluid de ooren en harten van hen in de dalen, zal dringen omhoog in de lucht naar de duinen en heuvelen en duizende boomen van Holland, zal suizende gaan door 't kreupelhout langs de vaartjes en slootjes, door de elzen en wilgen en ritselbevende peppels.
'k Wil het frische en kerngezonde zeggen in woorden.
Als blozende appels, als zomerzonluchten, als jonge en mooie en sterke vrouwen en mannen in naakten spierzwel, die doen het heilig werk van paring en arbeid, als lach en licht, lach, die daverend opgaat naar het licht, dat uitslaat statig in wijden koepel der wereld, zal zijn de ziel van mijn schepsel.
Zoo zal ik het voor mijn bewuste en verrukte oogen op zien komen wonderen uit den chaos van mijn geest.
Ziet! Ziet! Oogen, waar reinheid en kracht en gezondheid in zeet'len als goden, godvorsten, die heerschen. En de lichamen lijnen zoo soepel-krachtig-bewust.
Vrouwen en mannen arbeiden in eeuwige teelt, al ploegend en zaaiend de mannen, kuischend de velden, oogsvruchten plukkend de vrouwen, overgoten van zon die zacht ze beschijnt, zacht zeker, en hen koestert, koestert de armen goud, bruin goud, de nekken en wangen goud, rood goud.
De knapen, de jonge kerels staan schrap te spitten; diep gaat de spade in smijdigen grond.
Mannen maaien met breed gebaar de hooge halmen, die langzaam overvallen.
De rijke zon stooft gelend koorn en gras, doet vruchten zwellend rijpen.
In de bruin-rood-gouden koppen zijn de oogen kinderlijk blauw, fijn porseleinig blauw en wit, blij en helder, blauwe lach-appel in glanswit, hemel van zachtgespannen zomerblauw in wolkrand van wit.
Een lied luid jubelt op uit de harten, een lied van den