Vlaamsche Arbeid. Jaargang 7(1912)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 171] [p. 171] Lente-zangen I De Bron Lente goochelt en sintelt, 's morgends karbonkelend, 's avonds schermutselend, min-ziek in 't zwijgende smachtende-bosch. Aamborstig van 't zingen en dronken van droomen in sluier en zwevend stramijn, witmolkig en brooze, bevleeschd als een roze de Lente-maagd-zedig en klein, als dagvlinder zwingend, als nachtfeeë slingrend door 't wijdzwarte zuilende woud, welluidend als wijn-zang ontsliert serpentijn-klang in schemer van manelicht-goud. De kronen der boomen die van Haar al droomen, zoet weenend in 't blauw-ruim zoo koud, in trilling doen dalen de sterren als kralen door 't maanwitte war-haar zoo oud. [pagina 172] [p. 172] 't Wéldoende maagd'lijn, in zwaai van licht-groen, in zilver-kleed, weefsel van maan en zon, trosvanen van bloemen omzaaiend, als maanfakkel 't woud doorzwaaiend, gaat verlossen haar zuster de Bron. Zij legt op het slapend mos een zoen, om 't hart der aarde weêr open te doen onder tijm en mirt zal de Bron hem hooren; in bondel van blondheid en blos van gezondheid wordt schuchtere Bron-maagd geboren. Kabouters en elfen in farandole ontwakend in maan-spooksel, diep in holen, blanketten den nacht met wimplende pracht van dansen in grillige fantasie - in 't nacht-net hun droomen gevangen zie - van peerlenden glans hun fandango lacht. Wie zal, wie zal de Bronne omhelzen wien zal zij, verlost, met streeling ompelzen en deelen met hem haar maagde schat; En pronkend en lonkend de dwergen met vaaldrift die d'oogen niet bergen omtoovren Bron-maagd, naakt-zilvrig nat. Dan roost in den hemel de Lente-maagd, een bloesem van licht, alsof zonne daagt en wild schalt de Grieksche nachtegaal. De nacht zijn schimmige droomkrans lost De godlike vogel de Bron verlost: Zij huppelt slank-golvend uit marmerschaal. Emiel van der Straeten (Wordt aldus vervolgd) 2)de Hei 3)de Zee 4)de Hemel (verschijnt eerlang) Vorige Volgende