Vlaamsche Arbeid. Jaargang 6(1910-1911)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Voelt gij niet de innigheid...? Voelt gij niet de innigheid van elk geluid, dat opstijgt in den zilvren lentedag? 't Is lijk de schuchtre en stil-verliefde lach ter maagdelijke lippen van een bruid, - zij, die als kind het lachend leven zag, nu breidt het, smachtend, lokkende armen uit, en zij, gelukkig, huivrend van ontzag voor 't onbekende, lacht en stamelend ontsluit haar zeedge mond zich tot een lieflijk woord, dat, heemlen-oopnend, bruigoms hert bekoord; - - zóo spreekt, nog aarzlend, stil, maar wonder diep, de ontwakende Aard, die lang al droomloos sliep, nog maar door dichters, lijk in droom, verstaan den wonder-schoonen blonden Mei-god aan. Richard de Cneudt Vorige Volgende