Vlaamsche Arbeid. Jaargang 6(1910-1911)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] Zondagnamiddag in Stad Ik hoor de Zondagstilte op schuchtre voeten gaan en spraakloos, als een moede gast uit verre landen, zich plaatsen nevens mij met loom-gevouwen handen, en strak op mijn gelaat zijn matte blikken slaan... Wij zien elkander lang, en moedloos-zwijgend aan, verroeren niet, gekneld in onverbreekbre banden; geen woorden, die van 't hert ter wilge tonge branden... Ach, eenzaam beiden, en elkander niet verstaan... Voelt gij den Weemoed niet rondom ons beiden staan, een reuzge schim, die boven grauwe kamerwanden, steeds groeiend, ons in ijzge vreeze neer zal slaan? Hij nadert, strekt naar ons de knokelige handen, 'k zie diep in zijn gelaat twee borende oogen branden... Gij lacht met vreemden lach, en staart mij spraakloos aan... Richard de Cneudt Vorige Volgende