Vlaamsche Arbeid. Jaargang 5(1909)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 105] [p. 105] Vers Krans roode rozen om mijn hoofd, plooi purpren laken om mijn leden en geef mij bronzen schalen, die van donk're wijnen wegen, ach en 'k zal mijn groote smart vergeten! Dan zal mijn doodsbleek aangezicht van levenswarme blossen blinken, en zal er van mijn doffen mond, die niet meer loech, mischien een lach en uit mijn keel een lied weerklinken. Zoo zou ik nog eens kunnen zijn: hij die de zware weeldrigheden der donkergroene zoomren droeg, en die de dood vereenzaamd liet in hare koude eeuwigheden. Zoo zou ik 't nog eens kunnen zijn: de blijde minnaar van het leven, want al wat grootsch is in mijn ziel en 't eeuwig bidden diep en vroom o God! en kunnen 't mij niet geven! Felix Timmermans. Vorige Volgende