Een Maria-legende
Van het kind, dat Jezus eten bood. - Te Spier aan den Rijn is gebeurd het schoone wonder van Jezus, dat ik u nu vertellen wil. Eene vrouwe met haar kind kwam daar bidden voor het oude beeld van de reine Maagd, dragende op heuren arm heel teederlijk onzen Jezus. En in diepe deemoedigheid verzonken, boog de vrouw al nader tot d'aarde en vergat haar kleinen zoon, die aan den weg nederzat en speelde met de fijn beblaarde bloemen in het zachte groen. Het jongske vergat er zijn brood, hetwelk zijne moeder hem gegeven had, en keek dertel omhoog, waar het beeld was.
Toen werd hij wel zonderling stille, zijn blauwe oogskens naar het roerlooze kindeke, ver vàn hem, voor den strakken hemel. En eindelijk sprak hij bedeesd, met zoete stemme: ‘Wilt gij hier komen en eten met mij?’ en hij brak zijn brood.
Zoo geschiedde dit wonderbare: het beeldje van onzen Heer kreeg leven en kwam spelen met het kleine jongske. Dit heeft geduurd tot Jezus zeide: ‘Als er drie dagen voorbij zijn, dan zult gij met mij eten’. Het zacht-zilveren geluid van die stemme deed de vrouw ontwaken uit hare gepeinzen, aarzelend keek ze op, doch het beeld van Onze Lieve Vrouw stond daar als altijd. In vrome vreeze is zij naar een monnik gegaan, om van die vreemde stem te verhalen.
‘O vrouwe!’ zoo sprak haar de godvruchtige man bewogen toe, ‘het is, als ik u zeg; God zal opeischen, wat hij leende, zijn Zoon heeft het bevolen. Nog slechts drie dagen is het kind uw bezit’. En het was alzoo.
Op den derden dag heeft Jezus het jongske weggevoerd van zijne moeder, om hem den heerlijken hemel te wijzen, waar ook de onnoozele zielen van Bethlehem's kinderen in wonen. Amen.
Naverteld door Jo. Lajoost