Vlaamsche Arbeid. Jaargang 5(1909)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Winterweer Het rouwig wolkenfloers flapt onder 't dak der aard, en de aarde is als een doodenhuis zoo huivrig koud, ge hoort slechts 't ijzig bruischen van den wind die vaart met treiterend triomfgefluit door weide en woud. Als doode vogels ligt ter dreve 't talloos vaal geblaart waarop het kreunend kaal geboomte nederschouwt, en ver beklopt met plompe klompen 't wildgeaard weerkeerend schoolvolk 't korstig pad langs 't kreupelhout. O guurheid! De aarde is de oude wroeter die verbeurd ziet huis en erve - een late levensweelde -, en treurt, en stom zijn leed verkropt daar hij geen tranen heeft. En in het roodgekapte dal, waar warmte en peis nog schijnbaar wonen, lacht van uit haar wreed paleis de zon met eenen lach waarbij heel de aarde beeft. Joz. De Voght Vorige Volgende