Vlaamsche Arbeid. Jaargang 5(1909)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Schemering De hemel zweeft... Zie 't is de schemering die al haar kleuren in de lucht doet trillen en teeder deinzen in de glinstering der blijde uren die niet sterven willen. De horizont verschuift... of zijn 't de stralen die weggeblazen worden door den wind? Het is of gansch de lucht wil ademhalen om met een zoen te' omhelzen wat ze mint. Nu wuiven ze met ephemeere kransen van licht en staat de zon daar middenin zoodat men niet weet of 't gegloei der glansen ofwel een einde is of een begin. Het is het licht, het heerlijk licht, het blijde dat zich ontleedt en van zichzelf wil droomen en tracht te lezen in den gloed der tijden of 't uur daar is van scheiden of van komen. Het is 't geboren worden van het brooze, het eindloos teere dat verlichtend vlucht waar ginds, heel ver, in 't diepe kleurenlooze de maan blinkt als een doodshoofd in de lucht. 't Geluk is als de schemering die trilt het wordt geboren waar het nog niet gloorde en fluistert soms heel zacht dees blijde woorden: ‘Nu geef ik al mijn schoonheid zoo gij wilt.’ Jan van Nijlen Vorige Volgende