Zonder eene polemiek te herbeginnen over eene kwestie waar omtrent alles werd gezegd wat er te zeggen viel, zou ik als ‘morale de la fable’ willen vragen aan ‘Meester’ Blockx (o! wat is die naam zwaar om dragen!!)
‘Verwondert het u niet dat in zoo'n kort tijdverloop van een jaar verscheidene jongere stemmen zich eenparig verhieven om uw werk aan te vallen, en doet u zulks niet nadenken! Want denk niet dat er een ordewoord werd gegeven of eene samenzweering gesmeed!
Neen, die verontwaardiging was spontaan bijzonder na de opvoering van dien monsterachtigen Baldie. En daarbij voegde zich nog de verontwaardiging van anderen die zich met reden verbaasden, in opstellen verschenen in Lucifer en De Kronijk, over zekere ondragelijke toestanden in het onderwijs van het Vlaamsch Konservatorium waarvan de heer Blockx bestuurder is.
Een enkel besluit kan men slechts uit gansch de serie van opstellen trekken: voor de meerderheid der jongere kunstenaars staat het vast dat het werk van Jan Blockx hoegenaamd geene kunst is; voor enkele anderen is hij de ‘meester’, de vertegenwoordiger der vlaamsche muziek. De grond waarop deze laatste meening steunt is niet moeilijk te ontdekken: men heeft na de dood van Peter Benoit Jan Blockx steeds aanzien als zijn officieële opvolger.
De kunst in 't algemeen en de vlaamsche muziek in 't bijzonder, zijn goddank! nog geen koningdom waar zulke autocratische wetten en opvolgingsrechten geldig zijn. Maar wat geeft dat? Onbewust was men overtuigd van de waarheid der spreuk van Hello: l'homme médiocre aime Tart impersonnel en men wist maar al te goed welke kolossale invloed al wat officieel is heeft op den slaafschen geest van het publiek. Zoo fabriceert men profijtelijke reputaties.
Maar zoo komt het ook dat de jongere kunstenaars en ook de ouderen die eerlijk en rechtzinnig zijn en die geen reden hebben om te buigen voor al wat officieel is, zich met alle kracht verzetten tegen het misbruik ‘meester’ te noemen wie slechts leerjongen is. En dit verzet juichen wij hartelijk toe.
Jan van Nijlen
Een Mei van vroomheid, door Maurits Sabbe met illustraties van A. Geudens. Bussum. C.A.J. Van Dishoeck, 1909.
Met dezen geillustreerden herdruk van Een Mei van vroomheid door Maurits Sabbe heeft de heer Van Dishoeck onbetwistbaar een zeer verdienstelijk werk verricht. Wij gelooven dat mettertijd Een Mei van vroomheid wel het beste zal blijken van al de tot hiertoe verschenen werkjes van den heer Sabbe.
Bij gebrek aan kracht en scherpe originaliteit bezit deze novelle eene