Vlaamsche Arbeid. Jaargang 4(1908)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Najaar Nog enkle boomen steken droef en stil wat gele, lang verdorde blaren uit. De dag is roerloos, grijs en huiverkil, en effen luchten dragen geen geluid. Soms ruischt in 't ronde een ver en vreemd getril lijk looverzang en vogelengefluit, en, of een nieuwe lente lichten wil, een klokske speelt, dat blijde liedjes luidt... Ik breid, verlangend, smachtend de armen uit, maar 't Wonder wijkt, geen lente of zomer droomt verdoken, mischend achter 't kaal geboomt, maar stil en roerloos, zonder éen geluid, rust de Aarde, die haar groote ellende schreit, aan 't heilig hert der zwijgende Eenzaamheid... Richard de Cneudt. Vorige Volgende