Wel is waar houdt Shaw er, in sommige stukken, een paar sympathieker helden op na (zoo Vivie in Mevrouw Warren's Bedrijf), die als contrast tegenover de anderen moeten staan, maar die uitzonderingen beletten niet de algemeenheid zijner personen van, op zijn tooneel, te evolueeren aan de draadjes van zijn onverstoorbaar sarcasme, lijk dwaze marionetten, en van zich geëxhibeerd te zien, in heel de kleinzieligheid van hun wezen, op 'n heel wreede wijze. Dat men nu niet Shaw's ironie vergelijke met deze van de fransche comedie-schrijvers, van Tristan Bernard of van Alfred Capus, bijvoorbeeld. Shaw is bijlange zoo geestig niet en zal u niet met geweldigen lach overrompelen. Zijn humour is steeds koud, nuchter, innig sarcastisch en cynisch, daarom soms nogal moeilijk om vatten. Bij een gewoon, onontwikkeld publiek moet men voor Shaw op geenen buitengemeenen bijval rekenen.
Eenige notas uit zijn werk ten bewijze van die diepgaande zedenkritiek. ‘Als je te doen hebt met menschen, die eigenlijk beesten zijn, dan is er veel overeenkomst tusschen de Engelsche en de Portugeesche variëteit.’ ‘Als een vrouw zichzelf niet kan beschermen, dan kan niemand het.’ ‘Een mans vermogen om lief te hebben en te bewonderen is net zooals al zijn andere vermogens, hij moet het vele malen weggooien, voordat hij weet, wat er werkelijk waardevol aan is.’ ‘Liefde kan niemand nieuwe gaven schenken. Zij kan alleen zijn aangeboren gaven ontwikkelen.’ ‘'t Is dwaas om te trouwen, 't is dwaas om te leven, en 't is wijs om te sterven.’ ‘We geven hier in Engeland, niet veel om kleeding en manieren, omdat we, in 't algemeen, ons niet weten te kleeden en geen manieren hebben.’
En dan de beteekenis van deze vlijmende gesprekjes? ‘- Maar, Mejuffer Garnett, 't zijn dichte bloedverwanten van me, weet je. - Dichte bloedverwanten van u? - Wel ja, zeker, ja... We hebben denzelfden... hemelschen vader’. - ‘Weerom zoo laat opgestaan, Lescy? Waak en bid, Lescy! Waak en bid! - Maar hoe waken en hoe bidden wanneer je slaapt?’ - ‘Wonderlijk moet dat zijn voor uw vader, Praed, zoo iedere week 'n preek te schrijven. - Heel wonderlijk als hij 't deed. Hij koopt ze.’ - ‘Och, weet je, de oude is over 't geheel genomen, niet zòò dwaas als hij er uitziet. Je moet denken, hij is nou eenmaal dominé hier, en doordat hij 't ook wil schijnen, stelt hij zich veel stommer aan dan hij eigenlijk is’. Shaw weet maar al te goed op wat gronden de eerlijkheid der algemeenheid is gesteund.
Heel eigenaardig in zijne werken de tooneelschikking-notas, die in plaats van te blijven korte, telegraphisch-oppervlakkige inlichtingen, zich uitdiepen tot bladzijden psychologisch proza van bijtende waarnemings-scherpte. Met eenige trekken, worden de acteurs van het bedrijf lichamelijk en geestelijk getypeerd.
Een paar voorbeelden. Uit Candida, E.H. Alexander Mill: ‘Hij is verwaand, maar bezield met goede inzichten; geestdriftig, maar zonder rijpheid.