Vlaamsche Arbeid. Jaargang 4(1908)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Beatrix Zie, 't is Beatrix die in d' avond daagt, gelijk een blanke schim, - en 't blijde blozen der lucht glanst in haar oogen, die bij poozen zoo weeïg zijn alsof er smart in klaagt. En in den avond denkt zij aan het brooze en wit geluk van vrouw te zijn en maagd, zij, die, in 't blonde van heur haren, draagt de reinheid en den liefdelust der rozen. De nacht komt en omwuift de liefde klachten van wie zoo graag en teeder minnen wou en zonder liefde rozen kleurloos achtte. Dan sluimert ze ‘in en droomt zichzelf de vrouw die eens in sterrenvolle zomernachten het lief zal zijn van wie nooit lachen zou. Jan van Nylen Vorige Volgende