lijke ijlte van dezen morgen, stil als de scheppingsdag, even grootsch en heilig, en die met zoo 'n kuisch-devote liefde kwam leggen rond zijn moede hoofd de balsemende teerheid van zijné vrede, de voorzichtige streeling van zijne geluideloosheid... Heel het land lag verlaten... de hemel koepelde wijd-blauw, oneindig, diep-breed verwelvend... roerloos, immens-blauw... totdat eene witte duif hem kliefde, met groote zegenende vleugelslagen, met blanke geluks-wieking... De zon warmde zoetjes, drijvend in 't feeriek-lichtend azuur, lijk een vreugde-boot - zou niet de sneeuwige zwaan van ridder Lohengrin, uit verren Monsalvat, de grootste gelukstijding brengen? -... en er vlotte zoo 'n zoete, bescheide, deugdelijke geur...
Weer keerden dan opnieuw zijne blikken op de appelaars met hunne roze huiven, op de peerelaars wit-bebloemd, op de purperen bloesems der perzik-boomen, op het fijn-freel gebladerte der boomen allentheen, zoo vlekkeloos groen, van 'n teere, glanzende groenigheid die de wind, de hitte en het stof van den zomer nog niet hadden verschroeid en bevuild.
't Was lijk een droom die hij beleefde. Die gloriedag lag in rimpelloze verrustiging opengespreid in zijn gemoed.
Langzaam en ingetogen, door de zwangere sterkte van die pure buitenatmosfeer aangegrepen met 'n weldoende zwijmeligheid, wandelde hij door de dreven, aandachtig de nieuwe scheutjes beloerend, de planten nakijkend... Hij dacht op niets anders meer, heel en al overgeleverd aan de rust, de kleerte en de gelukzaligheid van dien droom-stillen morgen in den bottenden tuin, onder de laving van 't uchtend-koele licht, dat zijne wangen fleemde. Eene ongenoten, innig-voldoeningsrijke zoetheid baadde zijne ziel, ze insussend met wiegende streeling.
Zoo vergleed de tijd... hij waande zich eenig op de wereld, lijk een vorst, te midden van een legenden-land...
En toen... toen ineens, - hij wist volstrekt niet waarom, noch uit welke verdoken bronnen van zijn allerintiemste leven zoo wonderweg die herrinnering welde - ruw echter scheurde de bewustwording het ijl-brooze rag dier sprookjes-heerlijkheid - schoot