Vlaamsche Arbeid. Jaargang 3(1907)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Verzen Langs 't lief-lachend gezicht, veel lokken, blond-licht, als een zon-aureool, waar al 't glansen in school, van een rustdag helder en stil... O 't teêr-tintig geril van die haren, zoo zij zacht, waar in klarende mei-pracht, goud-schitterend tot mij lacht, een zonnige golving van licht!... O om dit zoetzinnig gezicht, een têe-fijne goudmist, 'lijk ik wel in 't woud wist bij herfstzonnedag.... o lokken, hel als een kinderenlach! O licht-lokken zacht-wevend om heur hoofdje, een goud-kroon, waar de kleerte tril-bevend in spitst, als een goud-doom! O licht-haren klaar als een dichterendroom! Gust. van Roosbroeck Vorige Volgende