Vlaamsche Arbeid. Jaargang 2(1906)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 181] [p. 181] De Laan De populieren staan als zwaar-volwassen droomen in avondduistering die om hun takken weegt, wijl in de paarsche lucht de dag, vermoeid van 't varen, op 't wijde wereldmeer, de wolkenzeilen reeft. Geen wind waart in hun kruin of doet de blaren fluistren van mystisch-heilig schoon dat in hun schaduw leeft; alleen beeft even nog 't getril van verren vogel, dat, huivrend voor den nacht, in 't logge stille sneeft. Ze lijnen donker-stoer op floers van hemelhoog, als reuzige armen, door de biddende aarde hoog geheven naar den Heer tot machtig, spraakloos smeeken. De grasjes, buigend diep-ootmoedig rond hun stam, zijn, evenals 't geblaart, van koele tranen klam, die binst den deemoedsnacht uit weemoedswolken leeken. Westerloo, 15 Augustus 1907 Constant Eeckels. Vorige Volgende