Vlaamsche Arbeid. Jaargang 2(1906)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 180] [p. 180] Vers Mijn dampig, deuzig hoofd weegt mij zoo zwaar.... En 'k ga en 'k ga, daar de zon heur lichten dooft en 'k weet niet waar.... Mijn wanklenden, vlammenden oogengloed, blijft er zoo branden.... En 'k zie en 'k zie, waar de maan heur lichten doet en 'k zie geen nieuwe stranden.... O ziel, wijl 't al zich stil vernacht plengt er uw diep-droeve klacht, alleene - en ga dan, door het morgend-dagen van kruis tot kruis uw bede klagen.... Ga, mijne ziel, wijl 't duister nachtend is.... Zing nu, mijne ziel, met 't stalend-stallig lis.... Bid, mijne ziel, wijl 't al in woeste wanhoop slaat.... Zwijg, mijne ziel, wijl hij die weent, al biddend gaat. 11-'06 Jos. Bourgaux. Vorige Volgende