Vlaamsche Arbeid. Jaargang 2(1906)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 179] [p. 179] Het Licht IV. Was al haar glorie dan maar ingebeelde toch heeft de blik van haar verlicht gelaat den wreeden bloei gedood dien wilde haat rondom haar brooze, blijde schoonheid teelde. En zwijgend, als met een gebaar dat streelde, heeft ze in de plooien van haar licht-gewaad gekoesterd elke mooie levensdaad tot eene rijke en nooit-gekende weelde. En even buigend als een twijg naar voren, die zwaar van bloemen weegt een zomerdag, heeft zij gesproken in haar droom verloren van een geheim dat niemand weten mag en van een liefde die niet werd geboren zoodra een menschenoog haar glorie zag. Jan Van Nylen. Vorige Volgende