Vlaamsche Arbeid. Jaargang 2

[p. 175]

Liedjes

De Zomerzusters

Windt om uw haren
een slingerkrans,
van bloesems en blaêren....
Gezustren, we varen,

te gare

ten dans!

Ringt om uw handen,
van êel-schitterend gesteen
vier buigende banden -
- van lichtende stranden,

we landen

beneên.

Bindt om uw leden
een zwier-waaiend gewaad
uit maanlicht geweven;
door klaar lichte dreven

ons treden

al gaat!

En langs regenbogen
naar de donkere Eerde,
zijn ze lief-luchtig getogen...
- Hun droom-schoone oogen

die droegen,

de kleerte!

[p. 176]

Reidans-zang voor tien maagden

Tien gouwen sterren

aan den Oostertrans...

- Ringt en reit u, maagdenkrans,

(Tien gouwen sterren...)

tot luchtig-lieven lentedans!... -

Tien gouwen sterren

in 't droomstille meer...

- Zoet-klingend zingt nu, maagden teêr,

(Tien gouwen sterren...)

een smertelik liedeken van weleer...

Tien gouwen sterren

om mijn lokkenpracht...

- ‘O stil nu,... stil nu... maagdekens zacht

(Tien gouwen sterren...)

Ik weene... ik weene... in den eenzamen nacht!..

Gust. Van Roosbroeck