Vlaamsche Arbeid. Jaargang 2(1906)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Levenszang. Ik ben degeen die lacht ik ben de vreugde en de klacht die liefheeft en veracht en weent, ik ben de liefde en de plicht en 'k draag op mijn gezicht de duisternis en 't licht vereend. Ik ben de eeuwigheid, de goedheid en de nijd en 'k werd voor alle tijd geboren, ik zeg wat niemand zeggen mag en nog nooit heeft mijn lach de schoonheid van een enk'len dag verloren. [pagina 119] [p. 119] Ik ben degeen die weet belastert en vergeet en hatend elk zijn leed bespot vervloekt en haat en mint de reinheid van het kind, en zijne vrede wedervindt bij god. En toch ben ik de vreugd, de wijsheid en de jeugd, en mijne ziele heugt geen aarde zooals een duivel die gesard door liefde of door smart diep in zichzelf een englenhart bewaarde. Dat hart is groot gelijk de zee en voert ter branding mee de duizenden die 't wee beminnen om 't mooie van mijn vrouw-gelaat... - Maar als een enkel mij verlaat dan zal het rijk van mijnen haat beginnen. Jan van Nylen. Vorige Volgende