We hebben waarlijk in onze Vl. literatuur geen gebrek aan ‘simpele menschen’ na Streuvels, Teirlinck, Baeckelmans, Vermeersch, Buysse, Lambr. Lambrechts, Van Assche enz.
Onze jongere dichters op 't versch-gebaande spoor der Fransche symbolisten, en gerugsteund door jong-Holland, vermorzelen en vermieteren hun gevoelen in een uitgeplozen ontrafelen en ontsnipperen van den massalen indruk; maar - hoe de tegenstelling treffe - onze prozaïsten blijven echts-getrouw aan de embryonaire psychologie, van den ‘simpelen mensch.’
En omdat dit half-bewuste zieleleven gedoken achter stil-vrome doening of wild-uitspattend lijfsgenot maar verraden wordt door het spontane gebaar en het zeldzame woord, en niet kan stijgen tot de klaar-lichtende denking of de zekere gevoels-gewaarwording, daarom moest hun kunst er eene der schilder-prachtige uiterlijkheid zijn.
‘Het uitzicht der dingen’, aller dingen zelfs der vieselijkste staat geteekend woord-prachtig en beeld-rijk in heel die reeks jeugd-krachtige boeken van ons jonger geslacht.
En dit-alles behalve de oorspronkelijke kracht en knappigheid, - vinden we ook in dees boek wêer: b.v. ‘Stadsmiseries, Tijden van beroering, Een weerzien.’
Maar, weze dan de zichtskring onzer proza-litteratuur beperkt bij den ‘kleinen mensch’ en weze dan de uitbeelding van het al-rijkere zielevoelen van den ‘hoogeren’ het werk der te-verwachten toekomst, zij was voor een gedeelte de noodzakelijke reactie tegen de sentimenteele, en vaderlijk-vermanende schrijverij die triomf zong in het schoolmeesterig-vrome en naaisterkens-gevoelige van Loveling en Hilda Ram. Zij ontsponnen in laffe liefelijkheid eenige voorafbedachte ‘schoone’ gevoelens met het in-der-haast gedriegde kleed van een suikerzoet historieken, liefst van stervende knaapjes, doode kindjes, engelreine bruiden, braafzinnige grootouders en eeuwig-trouwe minnaars
Ook deze gedachtelijke richting liet in dees boek onmiskenbare sporen, lees b.v. ‘De Lamp, Illusies, De man met de Kloppers.’
Hybridisch mengsel van twee kunstrichtingen, bepaalt dit werk de literairische persoonlijkheid van Gustaaf d'Hondt, zooals die geworden is door den tijds-invloed.
G. Gusm.
Missa Prima, door Antoon Moortgat (2.50 fr. Rue Jeanne d'Arc, Arras.) Dat Moortgat tot de practische mannen in den lande behoort, wisten wij reeds door zijn bundel frissche De Clerck-liederen, meer nog door zijn ‘Geestelijken Liederkrans’, waarin hij heel het leger organisten en toondichters heeft vertegenwoordigd, ons door het Lemmensgesticht geschonken. Zijne nieuwe mis zal op vele plaatsen welkom zijn. Al wil zij stelselmatig alle effect-makerij vermijden, toch is zij