| |
| |
| |
Vreemde Arbeid
Les Foules de Lourdes. J.K. Huysmans, (Paris. P.V. Stock 1906, frs. 3.50.)
Wien de gemoedsechte bekeering van J.K. Huysmans nog tot een stille twijfeling kon verleiden of wijsgeerig glimlachen en ongeloovig schuddebollen doen, moet - na de jongste boeken van dezen wonderen bekeerling - en weer ook na dit aktueele allerbeste, tot eene ernstiger bepeinzing en meening geneigd zijn over de vaste oprechtheid, de opene rechtzinnigheid, de zuivere algemeen menschelijke Katholiciteit van dezen franschen schrijver; ieder diepe twijfel kan hij nu berustigen, ieder ongeloovig bedillen door eigen nadenken op zijde zetten, ieder vreemd glimlachen vertrekken tot een ernstig bepeis en een ingetogen gelaat; want buiten ‘En Route’ en ‘La Cathédrale’ zullen die viertal anderen ‘L'Oblat, De Tout, Ste Lydwine de Schiedam, La Bièvre et St. Sévérin’, hem noodwendiglijk breeder oogen doen opentrekken voor vele, ongeweten fijne dingen en de eigenaardige Katholiciteit van Huysmans met ingetogener geest doen bevoelen.
Ongeweten fijne dingen, eigenaardige Katholiciteit? hun begrip besluit wel: schijnbare grove hindernis voor supraorthodoxe ooren, hindernis voor eene groote inechte bekeering, volgens hen; Satanisme, vreemdkristelijke archaeologie, néomysticisme, esoterisch ritualisme en liturgie, rationeele hagiographie; voor de klassiek-katholieke verstanden en de keurig afgeperkte kristelijke temperamenten al zoovele demonische aardigheden, nieuw gevaarlijke en onorthodoxe wegen, die dan toch, God lof, na eene durende lezing van zes à zeven achtereenvolgende boeken, nu eindelijk bij deze al de ingehouden gemoederen tot een zuiver en echt, nauwkeurig en katholiek-menschelijk inzicht mogen veranderen.
Hun vernieuwd inzicht dat naar oorzaken van het gevoel en der rede zoo ver zich volmaakte, had dan wel in hun traagzaam meegaand gemoed deze haast onspeurbare ontwikkeling: het overal verzwegen satanisme - de zwarte religie - voltooide in al de kristelijke boeken van Huysmans zijne verhoudingen en betrekkingen met het Katholicisme - de witte Godsdienst -, waar deze eerste het Kristendom in eene vergroofde keerzijde namaakte door zijne ritueele en liturgische vereering van den Duivel; men bedenke hierin enkel les Messes noires en al de verdere handelingen der Magie Noire...
| |
| |
Het gemoed dezer katholieke twijfelaars kwam ermee tot de stipte verzekering der onmogelijkheid voor J.K. Huysmans de diepere essentieele grondwortels van het Katholicisme enkel aan te raken zonder tevens de verduwde wortelpezen te beroeren van het Satanisme; uit deze verstandelijke overtuiging gewierd noodwendiglijk eene geestelijke sympathie voor het Werk, eene besliste aansluiting der rede en van het gevoel met zijne in schijn on-orthodoxe inzichten en geloofsmeeningen.
Ook de verbazende en bezondere kennis der katholieke Liturgie, archaeologie en ritualisme, - die bij hem tot zeer individueele wetenschappen geraakten en daarom ook om hun zuiver persoonlijke aanwendingen, hunne soms vreemdaardig fijne, ongewoon schitterende schoonheden en toepassingen in 't eerst ieder te schoolsch aangelegden geest verbijsterde, werd op 't ende door een zelfde onspeurbare ontwikkeling genadelijk in hunne rede en gemoed opgevangen.
Bij deze hinderende oorzaken zou het vroegere naturalistisch werk van J.K. Huysmans nog moeten aangeduid worden, om hare principieele oorzaak van het schuwe wantrouwen der katholieke gemoederen; ‘Marthe, Les Soeurs Vatard, En Ménage, A Vau l'eau,’ zetten nog maar immer door een koppigen tegenvoet - als een literair Satanisme? - aan zijn latere kristelijke arbeid, dat ook nog hier en daar sommige ‘irrévérences’ en ‘bizarreries de langage’ uit de oude periode, in de woordsnoeren doet sintelen, als diabolisch vier uit een geheimen duisteren mond gesproken, door nerveustoornige vingeren geschreven... om der waarheidswille...; want een overal te groeizaam katholiek (?) vandalisme, ieder lamme kostersroutine, ieder bevooroordeeld kwezelig parochiedevotieken, iedere lamme veronachtzaming der kristelijke gebruiken en kerkelijke gewenten, alle onkunde en onkunst in de katholieke Schoonheld, wees hij met harden vinger en toornende woorden aan, maar met eene hardheid en toorn waarin de kalme betrachting der beternis, der vernieuwing en hergeboorte aurorisch opklaarden.
Zijn keurig geloofsleven, hertstochtig doorvoed van zulke fijn apaarte katholieke kennissen, rookt als een zwoele kerkwierook ieder onbevangen geest wellustig tegen; het weelderige geloofsgevoel, de edele en eenvoudige voornaamheid zijner onverkwezelde vroomheid, zijn hertsgelukkig begrip der duisterste mystiekers, 't bepeizen-naar-de-reden der ongekende levens sommiger verloren Heiligen en bovenal deze autopsycologie: de schreiende contritie van Durtal in ‘En Route’, eene contritie waarvan het zielskundig verloop de groote oprechtheid zijner bekeering betuigt, zijn zoovele gevoelige belijdenissen van een individueel volledig katholiek gemoed. Waar kan hier de ernstige betwijfeling nog ernstig zijn?
Dees leste boek van hem ‘Les Foules de Lourdes’ is dan ook onder veelvuldige opzichten eene katholieke verrassing... Het is geen ‘Reisje naar Lourdes’ geschreven in het botermelkproza van eenen buitenonderpastoor, noch het verdunde afkooksel der gewone Lourdes-conserven, maar overstijgt heel die slenterliteratuur door den stouten apologetieken opzet der meenigen, de
| |
| |
onbevooroordeelde ‘franchise’ en den flinken, schitterenden opstap der woorden, door de breede, rechtzinnige, openhertige luchtigheid der algemeen-menschelijke katholieke wereldwaarheden. En dit alles in een soms geweldig antithetischen zin, eene soms pijnlijke tegenovereenstelling van ‘laideur physique’ en ‘beauté morale’... Hier mogen de woorden niet tot bedeesde algemeenheden verstillen en schuchtere ontwijkingen beproeven: in werkelijkheid is Lourdes voor J.K. Huysmans eene afschuwelijke leelijkheid wanneer hij luid en hard, schril en schitterend, spreekt over de soorten leelijkheden van hare industrie kunst, harer onnoemlijke liturgie, van het onbedachtzaam kloosterverval sommiger oude Orden, over de kleinkleuterige misbruiken eener zeer verscheiden kwezelarij, over de geniepige ondeugdzaamheid der Lourdes-bewoners, over... veel meer nog! ‘Et j'avais rêvé, je l'avoue, un tout autre Lourdes’.
Zoo Lourdes voor hem het onbegrijpelijk verblijf is van Onze lieve Vrouw, is het stadje in zijne meeningen ontegenzeggelijk, hij bewijst het, ‘un des plus antiques repaires du démon’. Hier heeft het Satanisme weder zijne erfelijke betrekkingen met het Katholicisme nog eens nauw verbonden en hervat; waarom de leelijke Baziliek ‘grelotte, maigre comme une perche, sous son chapeau de Pierrot’, waarom de Rosaire ‘ce cirque hydropique, casino religieux, etc.’, droevig walgelijk is; waarom de Kruisweg ‘cette odieuse mascarade des Ecritures’ er zóo totaal onkunstig is?.. ‘A n'en pas douter de tels attentats ne peuvent être attribués qu'a des fascéties vindicatives du démon. C'est sa vengeance contre Celle qu'il abhorre..’ Dit is de eerste oorzaak, maar de Katholieken zelven en de Katholieke geestelijkheid, die de Juiverie dezer schijnkunst niet kunnen onderscheiden der ware schoonheid, zijn de uitvoerende handen van Satan ‘il se borne à utiliser de la nature humaine et son peu de foi; il agit, par l'intermédiaire des curés de campagne et des villes qu'il aveugle et dont il accroît la vulgarité native du goût; il s'installe à demeure, pour les servir, dans les officines du quartier St. Sulpice et là, il inspire ces tenanciers de la prostitution divine et organise avec leur concours, le carnaval de la Jérusalem céleste, chienlit du ciel.’
De liturgische gezangen en officies worden te Lourdes op zijn minst overbodig geschat; in plaats der aanbiddensweerdige Mariagetijden klinken er dag en nacht in kerk en grot de eeuwig-brallende straatvoozekens van ‘En revenant de la Revue, le Père de la Victoire, nous voulons Dieu c'est notre Père’ enz.! Weer eens hertsdroevig diabolisch werk. ‘Si nous exceptons les Vêpres de la Basilique, il en est, ici, de la liturgie et du chant, comme de l'architecture et de la peinture, comme de la statuaire. Il y a cette fois, ensemble. Ah! lorsque le Diable se fait bondieusard, ce qu'il devient terrible!’
‘Quant aux femmes’.. Een nijdiger onweer en scherper hagelslag van woorden heeft de kwezelarij voorheen niet zoo doorregend en verzeerd als thans J.K. Huysmans deze zoo kankerige leprozerij van ons springlevend Katholicisme toegeeselt; naar het lezen der uitgekozen opsomming hunner bespottelijke gewenten hoe
| |
| |
verschrompeld dan hunne opvatting van het Katholicisme; hoe zielsvernederend hun devotelijk doen voor ieder onbevangen en vroom-rechtzinnige katholiek? ‘Evidemment à Lourdes nous atteignons les derniers bas fonds de la piété’, is pijnlijke waarheid die zonder voorbehoudende verzachting met de helderklinkendste woorden naar de progressief-katholieke ooren van ieder der onzen wel mocht toegeroepen worden!
J.K. Huysmans heeft dus weer veel leelijks verteld met leelijke woorden in een schoon boek, maar hoeveel schitterend-schoon daarneven.. Weet gij hoe den donkeren zwarten gloed der gitten op een gouden snoer, in 't korenblonde haar versteken, in 't pinkelend en prikkelend gevonk der witte brillanten verzoet en vermildert, verteedert tot onuitzingbare gratie? In den verren nachtschijn der Lourdes-leelijkheden rilt de fel electriesche flikkering der moreele sociaal kristelijke schoonheden te Lourdes. Hoe de Duivel ook de physieke uiterlijkheid der dingen kon verbeesten en vergroven, de katholieke ziel-in-essentie bleef de sneeuwheldere bloem van alle tijden waaruit de moederlijke Kerk-bie den koelzoeten honig heurer Kristus-schoonheden immer gaart.
In ‘les Foules de Lourdes’ doorroken van den etter der lupuszieken, de odioforme der bewindsels, de lauwe stank der hospitalen, te zamen met den kloosterigen walm der offerkeersen en het vezelend geruisch der Avés, vond J.K. Huysmans wondersoortige honigkorven van broedervolle liefde, nederige opofferingen, aanbiddensweerdige verzorgingen, bovenmenschelijke pieteit wier algemeene Eenheid de zuiverste brand is van het katholiek Gedacht; hij vond er 't roodklare bloed van 't kristelijke leven in 't verborgen hert zijner liturgische symboliek, achter iedere leelijkheid een zomerzonnige schoonheid, achter iedere domheid eene onendige liefde..
In het hoofdstuk III komen de biddende beevaarten van eiken kant ‘de braves et d'humbles gens qui implorent avec la piété simple et forte de leur race cette Vierge qu'ils sont venus de si loin pour vénérer’. Hoe J.K. Huysmans de innerlijke bermhertige ziel dier pelgrims verwoord heeft tot louter gevoel; ieder hoofdstuk door, overal obsedeert die supramenschelijke naastenliefde: in de 45.000 bedevaarders, in de overkropte hospitalen, in de vuilwaterige baden, in de nauwkeurig-bestatigende kliniek, gedurende de eetmalen der zieken, de omgang der processies, de uitvoering der kristelijke diensten, overal het menschelijke betoog der sociaal-moreele weerde der Liefde en van het Geloof in het Katholicisme. En welke liefde dan ook nog? Eene gewoon-zinnelijke, een luxurieus-hertstochtige, eene spaarzaam-overlegde, eene gemeenzaam vriendlijke voor kennissen, eene natuurlijke liefde ligt in de alledaagsche begripsfeer onzer eenvoudig-menschelijke bevattingen; maar wie weet de duizelige en afgrondelijke liefde, wier hooger wezen voor onze menschelijkheid alle gewone waarschijnlijkheid en natuurlijken zin verliert en zonder eenig bloode hertsafkeer noch schuwe walg de beestelijkste ziekten liefelijk verzorgt; J.K. Huysmans
| |
| |
vond er de bermhertigste liefde voor ‘la tête de mort du lupus, avec deux trous rouges, à la place des yeux, et un as de trèfle saignant au lieu du nez’; de liefde bracht er een arme boer ‘un paysan, amené par le pélérinage de Loutances, déjeune, seul, tel qu'un enfant puni, la figure contre un mur; il se retourne pour demander du pain.., oh! Il lui pend d'un trou informe et limoneux, qui fut jadis une bouche, une langue énorme. La peau molle et violette, comme enduite de gomme, qui la recouvre semble morte, mais le dedans remut et vit. Les joues sont descendues avec leurs poils, mais le menton est où? comment peut-il avaler? et cependant il mâche sa viande, mais en cachette, car cette langue, pleine d'on ne sait quoi qui brandouille dégoûte même les lupus!’ ..De Liefde der Evangelies bracht er in uitbundige meelij en onuitspreekbaar geloof de wreedste en onnoemelijkste ziekten van heel de aarde en J.K. Huysmans bestatigt in der waarheid: ‘Il faut avouer que cet hopital est à la fois un enfer corporel et un paradis d'âme. Nulle part, je n'ai vu avec des maux plus affreux, tant de charité, tant de bonne grâce. Lourdes est, au point de vue de la miséricorde humaine, une merveille; l'on y constate mieux que partout ailleurs la mise en pratique des Evangiles et l'on y trouve des dévotes autres que celles qui sûrissent dans nos églises pour arranger leurs piètres affaires avec des statues à tire-lires de Saints’..
En na de nieuwe-testamentische Liefde geniete men weer de kerkelijke schoonheid van J.K. Huysmans liturgische inzichten... Men geniete de beschrijving van dien eeuwigen brandgloed dier keersen in de Grot met de ongemeen-keurige uitlegging der geestelijke beteekenissen en symbolische verschijnselen hunner smookende vlammekens; men doorproeve zijne zielsfijne verklaring van het Water en het Vuur te Lourdes, de bang-verwachtende beschrijving der Sacramentsprocessie en de duistere hallucinatie van den nachtelijken omgang met de keersen, zijne schoone verre inzichten op het kloosterleven, zijne beschouwende uitweiding over electriesch gloeilicht en keerslicht in de kerken (men bedenke hier dan ook bij: het theaatrig Auer licht in onze vlaamsche parochietempels) zijn ontroerend eindgebed aan Onze lieve Vrouw, en al meer nog eigenaardig beziens en bepeis op soms ongewoon-verassende dingen..
Twijfelloos, J.K. Huysmans betoont zich hier weer de gewichtige erudieker in katholike esoterisme en verfijnde kerkliturgie; bij hem leeft eene zoo geweldige eruditie der katholieke diepzinnigheden dat we deze - waarom het niet zeggen? - wel wat meerder verspreid en geweten wenschen in de kerkelijke kennissen en wetenschappen der clergé-van-den-dag: het Katholicisme immers mag niet enkellijk overwegen op den oppervlakkigen maar blooten kant de liturgische, ritueele uitwendigheden maar moet diepgeestelijk samenaarden met de innerlijke wezendheid, de goddelijke Bewustheid dier zinnebeeldige remonstranties, waarvan deze toch maar de uiterlijke en decoratieve, stoffelijk-mysterieuse en menschelijkvolledige verzinnebeelding zijn...
Hier nog een lovend woord over de sterke apologie der mirakelen tegenover de
| |
| |
bijstere doolaars der positief-materialistische wetenschap; wat Georges Bertrin in zijn beroemd ‘Lourdes - Apparitions et Guérisons’ enkel verstandelijk en stevignaar-de-rede-der-feiten documenteert, schitterlicht bij J.K. Huysmans in stoere anathemen tegen E. Zola's bedrog en onwaar gewauwel over Marie Lemarchand (Elise Roucquet) -, daarom reeds is ‘Les Foules de Lourdes’ de vaste antipode van Emile Zola's ‘Lourdes’... De ernstig geleerde verdediging der genezingen van Virginie Durand en Rosalie Monnier, de veelkantige beschouwingen over de weerde der suggesties, de meesterlijke eerherstelling der eenvoudige Bernadette, door E. Zola en anderen bevochten en beschimpt, zijn al zoovele bloedrookende schilden dezer wonderen-verdediging, maar ongeborsten en staalsterk naden duisteren strijd; uit hunne beproefde welvingen helmde de waarheid in reuzendreum op ‘Le miracle est en somme le coup de glas des passions terrestres; l'on comprend pourquoi l'on n'en veut pas!’
Daarom weer - om het nauw verjuisten der meeningen en het naar de rede en de kunst weerdebepalen der veelvuldige beteekenis van Lourdes - is ‘Les Foules des Lourdes’ van J.K. Huysmans eene katholieke verrassing.
K.v.d.O.
Verschoven bij plaatsgebrek: Muziekbesprekingen over:
Missa prima door Antoon Moortgat.
Vijf geestelijke liederen, woorden van Guido Gezelle, muziek van Jozef Ryelandt.
Uit stil verdriet, woorden van Giza Ritschl, muziek van Jos. van Hoof.
Ontvangen: De school der natuur door Arthur de Vos advocaat.
Lichaam en Ziel door E.H.J. van Hove leeraar aan 't Sint-Norbertus gesticht.
Verhandelingen van de Kath. Vl. hoogeschool uitbreiding.
|
|