Vlaamsche Arbeid. Jaargang 2(1906)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Oorlog Het westen door gaat de effen lijn van purper-blauwe wolken-dammen, die staan lijk duinen voor de zee van roode en goude' zonne-vlammen, die laaien eendlik wijd en zijd. De roode baren slaan zoo kalm, in stage branding, op de dijken en willen met vereend geweld die wolken-dammen weg doen wijken en ruischen over 't land nog eens. Zoo machtig en ontstellend stil, het wordt daar diep een groote oorlog; geen dijken duinen dat geweld de breede baren breken door toch in groote gulpen roode bloed. Al d'hemelen zijn zoo diep ontsteld: dè aarde laait, de verre boomen, die leken van het licht en goud, dat stam en kruinen door komt stroomen; in al die glorie zinkt de zon. De diepe zee van rood wordt groen en zoetjes zinken d'hooge vloeden, de wolken banken schuiven toe en stelpen 't eendlik zonne-bloeden, die stoere strijden vielen stil. [pagina 11] [p. 11] Door 't avond-land komt groote vrede en 't al verwaast in purperen schijn. Het laatste groen sterft langzaam uit. Het westen door, gaat de effen lijn van donkere wolken grootsch en eenzaam. Jozef Muls. Vorige Volgende