Vlaamsche Arbeid. Jaargang 2(1906)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Lent-beloven voor Leo Rogman De luchten zijn nu weenens-teer van tinten die - geen kleuren meer - hun zoet muziek door d'hemelen zingen. De zon aan 't zinken wordt zoo zacht en 't late goud nu open-lacht in mild gestroom om alle dingen. De boomen, door de koude ontwijd, die rijzen nu verguld bezijd' in schrille rankheid op de hemelen. Maar 't ruischt verzoening einde en ver de ruimten door en de avondster komt in de blauwte wemelen. Het is heel stil en geen geluid 't bestaan van leven nog beduidt.... Aan de oosterkimme wuiven handen en groote zegeningen gaan den dag vooraf die rijk belaan de Lent zal brengen in de landen. Ik word zoo schoon, mijn aangezicht, mijn oogen hebben 't zonnelicht en 't blonde goud ervan gedragen. Ik voel mij hier nu biddend staan, ik wil nu alle menschen gaan om stil en vredig goed-zijn vragen. Jozef Muls. Vorige Volgende