Vlaamsche Arbeid. Jaargang 1(1905)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 148] [p. 148] Tweestrijd Zal nimmer eindigen dat eeuwig strijden, Die kamp, die in mij zelf geleverd wordt En door en om mij zelf; die de een' doet lijden, Zwak als zij is, met staal den andere omgordt. Door 't lot nauw aan elkaâr verbonden, schrijden Zij saâm door 't leven voort: zij bidt, hij mort; Zij weent, hij lacht; zij ziet, in zelfverblijden, Geparel, waar hij tranen ziet gestort. Hij zoekt de zandbaan, zij de bloemenwegen. Haar lachen alle vruchten sappig tegen; Zij rekt de hand, hij weert haar af verschrikt. O! tweestrijd van mijn denken en mijn voelen, Een botsen onderling, tweevoudig doelen. Vaak hoor 'k mijn geest die spot, mijn hart dat snikt. Huibrecht Haenen. Vorige Volgende