Vlaamsche Arbeid. Jaargang 1(1905)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 146] [p. 146] Een Beeld van Dante In memoriam P. Haghebaert, O.P. Verstorven hoofd, vol mateloos lijden, waar de oude mensch is uitgetorden, ontroostbaar, wars van al verblijden en tempel van den geest geworden; gij hebt gedroomd, den reuzendroom van hel en vagevuur en hemel, in rooden gloed en purperen droom of al verblindend lichtgewemel. En sombere wandelaar, gevaren zijt Gij door al het smartgehuil der duizenden die omme-waren en wentelen diep in d'helle kuil. Wel zag uw oog het stille hopen der zielen in het vagevuur, die hunne zonde in zuivering doopen en zingen bij 't verlossingsuur, de seraphinen, Cherubinen de tronen en de vorstendommen, die God den Heer in zangen dienen of vleugelen rond de heiligen-blommen; [pagina 147] [p. 147] maar de engelen-reien, noch 't muziek, noch 't licht van duizend zonnen, noch al wat uw verbeelding miek uw zieners blik verblijden konnen. Uw' lippen toe in bitterheid van al de doemenis kalm gesproken schijnt ge als verdoemd in eeuwigheid en zelf van Godes glans verstoken. Maar ik weet hoe ge uw' profeten-oogen tot klare spiegelen hebt gemaakt voor 't licht der hoogste hemelbogen, de Zon die 't altijd lente maakt, ge zijt niet meer van de aarde, ontvaren zijt gij dees kleine-menschlijkheid en beide uw' oogen star bestaren den gloed der eeuwige Eeuwigheid. Jozef Muls. Vorige Volgende