zijn zuiverst-ware essentie: het Katholicisme, is, als een torenbouw van hooge gedachten te grootsch, dan dat we goedsjeudig laten verkneukelen door de stumperig-onbeholpen, tóch gewichtig-doende officieliteit van ‘Lectuur-’ gidsen.
Behalve van wege Joris Eeckhout in ‘Jong Dietschland’ en ‘Dietsche Warande en Belfort’ (Dec. 1905) kwam er van katholieke zijde geene reactie tegen dit ongezond-bekrompen kritiek-bedrijfje, dat het aantal ‘zinnelijke woorden’ (!) in de angstig-doorzochte boekskens, als criterium over kunst-werk opstelt.
We wenschen maar alleen dat ‘Lectuur’ - daargelaten alle gids- en richtingspretenties - uit de vunze en schimmelvochte gangeskens van zijn éénzijdig gekonkel en gekliek, in de jeugdig-blije, zonnelichte straten van een breeder-katholiek inzicht trede, zijne schrompel-dorre en gemeenplaatsige ‘Boekenpraatjes’ vervange door dieper-gaande bedenkingen over de nieuwere stroomingen in onzen tijd, - zijne katholieke critiek op meer ideëele en breeder-esthetische grondslagen veste.
Dan alléén maar zal Vlaanderen niet zoo doodonverschillig zijn betrachten bestaren.
Of de ‘Hollandsche Revue’ dan wel gelijk heeft?!
En of wij tegen 't rotmemelig berden kotteken niet eens even, en hard mogen stampen?
Of zullen we - wij, katholieken, - nog voorder 'lijk overjaarsche bekrompelingen, met ziekelijk-preutsche en droefgebarende angstvalligheid, almaardoor huilebalken blijven over de bedervenis dezer tijden?
Of zullen we, met hoog-sterk en breed levensinzicht in hopend betrouwen de wereldvloot vóorafvaren naar de onbekende zeeën der toekomst, met ‘het Kristikruis in top’?
Want, 'lijk Prosp. Van Langendonck het reeds jaren van hér, voorvoelde in ‘De Herleving der Vl. Poëzij’:
‘De synthesis van ons herleven zal christen zijn; het christendom in zijn zuiveren vorm: het Katholicisme is breed genoeg om ieder persoonlijk streven te omvatten en staat nog, en zal immer staan aan het toppunt van alle leven.’
J. Deurendaal.