Vlaamsche Arbeid. Jaargang 1(1905)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 117] [p. 117] De Keersen Holierandijn, Holierandijn doorwandelt al de zalen, Holierandijn, Holierandijn komt al de keersen halen. Want al de zalen zijn bezet, met aangestoken keersen, maar hunne vlammen kunnen niet den dikken donkre dweersen. Dus kattenoogen schijnen zij die deze keersen dragen. Holierandijn, Holierandijn en kan dat niet verdragen. En daarom komt die late man al deze keersen halen; hij smacht hun vlammen een voor een en donker zijn de zalen. En als dan alles donker is zooals een krocht der Husen, pijpt, klagend-droef, Holierandijn op eene cornemuze. De tonen slieren eendig weg en slijpen langs de gangen en blijven in de nissen van de doode zalen hangen... Felix Timmermans. Vorige Volgende