Vlaamsche Arbeid. Jaargang 1(1905)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Ontsluiering En fluisterzuchtend heb ik U gebeden: ‘Ontferm U mijner die naar Thabor wil.’ Ik doolde en zocht en van mijn oog gegleden, gevallen is de ondoordringbre schil. ‘Ik ben het licht, de waarheid en de goedheid,’ - hebt Gij me zacht, me teederzacht gezegd, - ‘Ik ben de zon, die stralend haren gloed wijd en zijd uit diamanten sparkels vecht.’ Ik zag voor mij een gansche wereld open en trad met vasten voet de lanen door, wijl zon en licht van uit de wolken dropen en stemmen ruischten van een englenkoor. Ik heb me diep voor U terneergebogen, gezoend den zoom van 't onbevlekte kleed en 'k ben vooruit naar verder oord getogen, voor licht en waarheid nu ten kamp gereed. Leo Boucherij Vorige Volgende